Op deze pagina leggen we op hoofdlijnen de verschillende gezondheidsonderzoeken uit, die wij bij onze honden laten uitvoeren.
Heupdysplasie
Heupdysplasie (HD) is een ontwikkelingsstoornis van het heupgewricht, waarbij de onderdelen van het heupgewricht niet goed op elkaar passen. Het kan erfelijk zijn, maar omgevingsfactoren kunnen ook een rol spelen bij de ontwikkeling. Denk aan te veel en verkeerd bewegen op jonge leeftijd, overgewicht en verkeerde voeding.
Aan de buitenkant kun je niet zien of een hond HD heeft. Daarom worden (digitale) röntgenfoto’s van de heupen gemaakt. De hond moet dan minimaal 12 maanden oud zijn. Wij gaan altijd naar Dierenkliniek “Den Heuvel” in Best. De foto’s worden door een onafhankelijk panel van drie deskundigen bij de Raad van Beheer beoordeeld. Er zijn verschillende uitslagen mogelijk, van HD A tot en met HD E. Alleen met honden die een score HD A of HD B hebben mag worden gefokt. Ceriel Maas, specialist chirurgie en orthopedie bij Veterinaire Specialisten in Oisterwijk heeft een uitstekend artikel over heupdysplasie geschreven, dat je kunt downloaden. Als voorbeeld de heupfoto van Bhealaich (HD A).
Klinisch oogonderzoek
In het collieras komt een aantal aangeboren oogafwijkingen voor. De belangrijkste zijn collie eye anomaly (CEA) en progressieve retina atrofie (PRA). Bij een klinisch oogonderzoek (ECVO onderzoek) worden de ogen door een oogspecialist onderzocht op de aanwezigheid van deze en andere aandoeningen. Met een spleetlampmicroscoop worden de oogleden, het zichtbare deel van de bindvliezen, het hoornvlies, de iris en de lens beoordeeld op afwijkingen. Met een indirecte ophthalmoscoop wordt het glasvocht, het net- en vaatvlies en de oogzenuw bekeken. Voor een goede beoordeling van de diepere delen van het oog is het nodig dat de pupil wijd blijft als er met licht in het oog wordt geschenen. Daarom worden de ogen een half uur voor het onderzoek gedruppeld met een pupil verwijdend middel. De oogarts stuurt het ECVO-onderzoeksrapport naar de Raad van Beheer die dit op haar website publiceert.
Wij gaan altijd naar de oogarts die spreekuur houdt bij Veterinaire Specialisten in Vught. Ab Heijn, specialist oogheelkunde, heeft een duidelijk artikel over collie eye anomalie geschreven, dat je kunt downloaden. Sommige afwijkingen zijn op latere leeftijd niet meer zichtbaar, door het ontwikkelen en overgroeien van pigment. Daarom laten wij de ogen al in de nestfase onderzoeken wanneer zelfs de geringste afwijkingen nog zichtbaar zijn en herhalen we dat bij de volwassen honden waar we mee willen fokken. Als voorbeeld het onderzoeksrapport van het klinisch oogonderzoek bij de Ceann’s.
Progressieve retina atrofie
PRA is een degeneratie van het netvlies, de retina. Dit weefsel bevindt zich op de binnenkant van de oogbal. Beide ogen degenereren gelijktijdig en in dezelfde mate en dat leidt uiteindelijk tot blindheid. Ab Heijn, specialist oogheelkunde, heeft een uitstekend artikel over progressieve retina atrofie geschreven, dat je ook kunt downloaden.
PRA is een enkelvoudig recessief erfelijke ziekte. Dit betekent dat de hond die de ziekte daadwerkelijk krijgt (een lijder), een defect gen moet hebben geërfd van zowel de vader als van de moeder. Voor de collie is een rasspecifieke DNA test beschikbaar: de rcd2-PRA test. Een fokker die bewust en verantwoord fokt, laat deze test uitvoeren bij beide (potentiële) ouderdieren en zorgt ervoor dat er geen combinatie wordt gemaakt waar lijders uit geboren kunnen worden. De DNA test wordt door meerdere laboratoria aangeboden. Wij maken gebruik van VHL Genetics of Laboklin. Als voorbeeld het onderzoeksrapport van het rcd2-PRA onderzoek van Chadh-fi.
Collie eye anomalie Choroidale hypoplasie
CEA CH is een van de uitingsvormen van CEA. Het ligt in het gebied naast de blinde vlek, aan de zijde van het oor, en kan bij het klinisch oogonderzoek worden geconstateerd. In het net- en vaatvlies is minder pigment aanwezig dan normaal en de bloedvaten zelf zijn ook afwijkend. Een gebied met CH groeit mee met het oog, maar wordt relatief niet groter dan het in oorsprong was. De afwijking is dus niet progressief. De aandoening beperkt het gezichtsvermogen en kan variëren van een minimale beperking tot volledige blindheid aan één of beide ogen. Voor deze aandoening is een rasspecifieke DNA test beschikbaar.
Toen we net met onze kennel begonnen, lieten we deze test uitvoeren bij Optigen. Dit laboratorium heeft de test ontwikkeld en is vanwege het patentrecht behoorlijk aan de prijs. Tegenwoordig wordt de test aangeboden door laboratoria in landen die niet onder de patentregeling vallen. Technisch identiek, maar aanzienlijk goedkoper. Wij laten deze test altijd uitvoeren door een partnerlaboratorium van VHL Genetics of Laboklin. Als voorbeeld het onderzoeksrapport van Optigen, het betreft onze Gaineamh.
Multidrug resistance
MDR1 is een genetische afwijking, waardoor collies overgevoelig kunnen zijn voor bepaalde stoffen. Het meest bekende voorbeeld is ivermectine, een middel dat tegen inwendige parasieten wordt gebruikt bij paarden. Restanten van dat middel komen in de uitwerpselen terecht, waardoor paardenvijgen een potentieel risico vormen voor collies. De stoffen zitten ook in bepaalde medicijnen. Problemen ontstaan wanneer de hond een medicijn krijgt toegediend met zo’n stof erin.
In het dagelijks leven is niets te merken aan een collie die het MDR1 gendefect heeft. Je kunt het vergelijken met een penicillineallergie bij sommige mensen: als je het weet, kun je er heel oud mee worden. Voor MDR1 is een DNA test beschikbaar. Wij testen onze honden hierop, maar het belangrijkste is om te voorkomen dat je hond in aanraking komt met de risicostoffen. Uitkijken voor paardenvijgen en je dierenarts erop attenderen dat je een collie hebt met een mogelijk MDR1 gendefect. Bijgaand een duidelijk artikel over MDR1 en een overzicht van de stoffen die gevaarlijk zijn. Als voorbeeld de onderzoeksuitslag van onze Daimh.
Degeneratieve Myelopathie
DM is een progressieve neurologische aandoening van het ruggenmerg. De zenuwen sterven af, waardoor de aansturing van de spieren steeds minder wordt. De hond raakt verlamd en in het laatste stadium incontinent worden en zijn ontlasting niet meer op kunnen houden, omdat ook de sluitspieren van de blaas en darmen verlamd raken. Hoewel DM geen pijn veroorzaakt is het een vreselijke ziekte.
Wetenschappelijk onderzoek heeft geleid tot de ontdekking van een mutatie in het SOD1 gen. De mutatie kan met een DNA test worden aangetoond, maar geeft nog geen 100% betrouwbare uitslag. Een rasspecifieke test voor de collie is nog niet beschikbaar. De ernst van de aandoening rechtvaardigt naar onze mening de verplichting om deze DNA test uit te voeren en te voorkomen dat uit combinaties van ouderdieren lijders worden geboren. Geen enkele hond wordt daardoor uitgesloten voor de fokkerij. Fokkers worden gedwongen op basis van de testresultaten een bewuste combinatie te maken. Als voorbeeld het onderzoeksrapport van DM bij onze Awe.
Coefficient of inbreeding
Het DNA is de stof waarin de erfelijke eigenschappen (genen) zijn vastgelegd. DNA komt in tweevoud voor, het ene gen is afkomstig van de moeder en het andere gen van de vader. De inteeltcoëfficiënt (COI) is de kans dat de beide genen van een willekeurig genenpaar bij een individuele hond identiek zijn. De COI is een getal tussen de 0% en 100% en wordt over meerdere generaties berekend. Een COI van 0% betekent dat vader en moeder onverwant zijn over het aantal generaties waarover het is berekend. Bij de COI wordt overigens alleen gekeken naar gemeenschappelijke voorouders van de ouders, dus voorouders die zowel aan vaders- als aan moederskant voorkomen. Voorouders die aan één kant meerdere keren voorkomen, tellen niet mee bij de berekening van de inteeltcoëfficiënt.
Wij hebben de COI berekend over 4 generaties. Naarmate de COI hoger wordt neemt de kans op de ontwikkeling van erfelijke aandoeningen toe. De COI is dus van belang om op te letten in de fokkerij.
Voorouderschapsverlies
Het voorouderschapsverlies geeft een indruk van het aantal overeenkomende voorouders in de generaties voorafgaand aan de hond waarvoor het wordt berekend. Het wordt afgekort als AVK, wat Ahnenverlustkoeffizient betekent. De AVK wordt berekend door het aantal unieke voorouders te delen door het totaal aantal mogelijke voorouders. Anders dan bij de COI worden ook voorouders die maar aan één kant van de stamboom meerdere keren voorkomen in de berekening meegenomen. Hoe hoger de AVK waarde, hoe meer variatie in de ouderdieren. Een AVK van 100% betekent dat alle honden in de stamboom verschillend zijn. Wij hebben de AVK berekend over 4 generaties.
In combinatie met de COI geeft het een compleet beeld van de genetische kwaliteit van een hond en is dus eveneens van belang bij het fokken.